© No part of this website will be copied or displayed without the written permission of the webmaster ©
Heksenfeesten - Sabbats
Heksenfeesten
Ook wel Sabbats genoemd, zijn een eeuwenoude traditie. Deze feesten herdenken de cyclus van de planeten, de seizoenen en de ontplooiing van de natuur. In de hekserij speelt de natuur een belangrijke rol. Logisch dat de natuur ook is terug te vinden in de acht feesten (sabbats) die elk jaar plaatsvinden.
Tijdens deze feesten staan de natuurkrachten via rituelen en ceremoniele handelingen centraal.
De acht natuurfeesten hebben allemaal hun eigen sfeer en karakter.
Het heksenjaar begint bij:
Samhain: De laatste oogst eind oktober. Dan komt de natuur tot rust
Yule: De langste nacht, de kortste zon. De tijd rond Kerstmis. De Zen periode.
Imbolc: Feest van de zuivering. Zoiets als de voorjaarsschoonmaak.
Ostara: De periode voor planning. Het staat voor geboorte en levenskracht.
Beltane: Meiboomfeest in mei. Het feest van de liefde.
Litha: De langste dag. Midzomernacht. Alles komt tot bloei, groeit en rijpt.
Lughnasadh: Oogstfeest in augustus.
Mabon: Tweede oogst en het begin van de herfst.
Hieronder een introductie van de 8 Sabbats.
Ook wel Sabbats genoemd, zijn een eeuwenoude traditie. Deze feesten herdenken de cyclus van de planeten, de seizoenen en de ontplooiing van de natuur. In de hekserij speelt de natuur een belangrijke rol. Logisch dat de natuur ook is terug te vinden in de acht feesten (sabbats) die elk jaar plaatsvinden.
Tijdens deze feesten staan de natuurkrachten via rituelen en ceremoniele handelingen centraal.
De acht natuurfeesten hebben allemaal hun eigen sfeer en karakter.
Het heksenjaar begint bij:
Samhain: De laatste oogst eind oktober. Dan komt de natuur tot rust
Yule: De langste nacht, de kortste zon. De tijd rond Kerstmis. De Zen periode.
Imbolc: Feest van de zuivering. Zoiets als de voorjaarsschoonmaak.
Ostara: De periode voor planning. Het staat voor geboorte en levenskracht.
Beltane: Meiboomfeest in mei. Het feest van de liefde.
Litha: De langste dag. Midzomernacht. Alles komt tot bloei, groeit en rijpt.
Lughnasadh: Oogstfeest in augustus.
Mabon: Tweede oogst en het begin van de herfst.
Hieronder een introductie van de 8 Sabbats.
Imbolc
Imbolc is een van de vier belangrijke festivals uit de prechristelijke Keltische kalender, geassocieerd met een vruchtbaarheidsritueel.
Het werd vervolgens opgenomen als Ierse St. Brigits dag en als de slotdag van het festival Maria Lichtmis.
Imbolc wordt conventioneel gewijd aan de vruchtbaarheidsgodin Brigit. In recentere tijden wordt het gevierd als een vuurfeest,
een van de acht (4 voor de zon en 4 voor de maan) of Sabbats van het neopaganistisch jaarwiel.
Het valt ergens midden het wintersolstitium en de lenteequinox
Imbolc werd traditioneel in verband gebracht met de zoogtijd van de ooien, die spoedig zouden gaan lammeren.
Dit kon in de praktijk twee weken voor of na het begin van februari gebeuren.
Dat het een erg belangrijke tijdsmarkering gold kan men zien aan de oriëntatie van cultusplaatsen.
Bijvoorbeeld in Meath (Ierland) is de binnenste ruimte van de Dumha na nGiall perfect geligneerd op de richting van de opkomende zon
op Imbolc en op Samhain.
Deze feestdag is een lichtfeest, waarin het lengen van de dagen wordt gevierd en de hoop op de wedergeboorte, de lente.
Traditioneel worden alle lampen in huis enkele minuten aangestoken op Imbolc en bij rituelen komen heel wat kaarsen te pas.
Het is een kruiskwart dag, die het midden aangeeft tussen wintersolstitium en lente-equinox.
Naambetekenis
De naam Imbolc betekent in het Iers "in de buik" (i mbolg) en refereert aan de drachtigheid van de ooien.
Het is tegelijk een Keltische term voor lente. Een andere naam is Oimelc en betekent ooimelk. Ook gebruikt men de naam Brigit of Brigid, die verwijst naar de Keltische godin van de smeedkunst, en aan wie de dag is toegewijd
Aangezien Brigid de levenskracht weergeeft die de mensen van putje winter weer naar de lente voert, is haar aanwezigheid zeer belangrijk in deze tijd van het jaar. Mensen bekloppen haar beeltenis vaak ook met een asroede, wat mogelijk een overblijfsel is van
meer rigoureuze vruchtbaarheidsrituelen uit vroegere tijden
Modern Neopaganisme
De viering van Lichtmis komt uit het Oosten via het Middellandse zee gebied. Opvallend is dat zelfs de oude Egyptenaren reeds de praktijk kenden van het vlechten van korenpoppen of kruidenpoppen, in rituelen gewijd aan de vruchtbaarheidsgodin Isis of Hator.
Imbolc wordt vaak bepaald als een kruiskwartdag, halfweg tussen het wintersolstitium Joel en de lente-equinox Ostare, en als het precieze middelpunt dat door Waterman gaat in de noordelijke hemisfeer en door Leeuw in de zuidelijke. Daardoor valt Imbolc op het noorden samen met Lughnasadh op het zuidelijk halfrond.
Vuur is een belangrijk element in dit festival. Brigit (ook bekend als Brigid, Bride, Brid) is de godin van vuur, heling en vruchtbaarheid.
De aangestoken vuren symboliseren de toenemende kracht van de zon de komende maanden.
Imbolc is ook een Duits acroniem voor Internationale magische Bildungsstätte für okkulte Lebenskunst und Credo
Het werd vervolgens opgenomen als Ierse St. Brigits dag en als de slotdag van het festival Maria Lichtmis.
Imbolc wordt conventioneel gewijd aan de vruchtbaarheidsgodin Brigit. In recentere tijden wordt het gevierd als een vuurfeest,
een van de acht (4 voor de zon en 4 voor de maan) of Sabbats van het neopaganistisch jaarwiel.
Het valt ergens midden het wintersolstitium en de lenteequinox
Imbolc werd traditioneel in verband gebracht met de zoogtijd van de ooien, die spoedig zouden gaan lammeren.
Dit kon in de praktijk twee weken voor of na het begin van februari gebeuren.
Dat het een erg belangrijke tijdsmarkering gold kan men zien aan de oriëntatie van cultusplaatsen.
Bijvoorbeeld in Meath (Ierland) is de binnenste ruimte van de Dumha na nGiall perfect geligneerd op de richting van de opkomende zon
op Imbolc en op Samhain.
Deze feestdag is een lichtfeest, waarin het lengen van de dagen wordt gevierd en de hoop op de wedergeboorte, de lente.
Traditioneel worden alle lampen in huis enkele minuten aangestoken op Imbolc en bij rituelen komen heel wat kaarsen te pas.
Het is een kruiskwart dag, die het midden aangeeft tussen wintersolstitium en lente-equinox.
Naambetekenis
De naam Imbolc betekent in het Iers "in de buik" (i mbolg) en refereert aan de drachtigheid van de ooien.
Het is tegelijk een Keltische term voor lente. Een andere naam is Oimelc en betekent ooimelk. Ook gebruikt men de naam Brigit of Brigid, die verwijst naar de Keltische godin van de smeedkunst, en aan wie de dag is toegewijd
Aangezien Brigid de levenskracht weergeeft die de mensen van putje winter weer naar de lente voert, is haar aanwezigheid zeer belangrijk in deze tijd van het jaar. Mensen bekloppen haar beeltenis vaak ook met een asroede, wat mogelijk een overblijfsel is van
meer rigoureuze vruchtbaarheidsrituelen uit vroegere tijden
Modern Neopaganisme
De viering van Lichtmis komt uit het Oosten via het Middellandse zee gebied. Opvallend is dat zelfs de oude Egyptenaren reeds de praktijk kenden van het vlechten van korenpoppen of kruidenpoppen, in rituelen gewijd aan de vruchtbaarheidsgodin Isis of Hator.
Imbolc wordt vaak bepaald als een kruiskwartdag, halfweg tussen het wintersolstitium Joel en de lente-equinox Ostare, en als het precieze middelpunt dat door Waterman gaat in de noordelijke hemisfeer en door Leeuw in de zuidelijke. Daardoor valt Imbolc op het noorden samen met Lughnasadh op het zuidelijk halfrond.
Vuur is een belangrijk element in dit festival. Brigit (ook bekend als Brigid, Bride, Brid) is de godin van vuur, heling en vruchtbaarheid.
De aangestoken vuren symboliseren de toenemende kracht van de zon de komende maanden.
Imbolc is ook een Duits acroniem voor Internationale magische Bildungsstätte für okkulte Lebenskunst und Credo
Ostara
Ostara is de naam die door Jacob Grimm door middel van naamsvergelijking als naam voor een Germaanse lentegodin is afgeleid.
Grimm ging daarbij uit van de door de Angelsaksische monnik en kerkhistoricus Beda genoemde godin Eostre.
Het is echter allerminst zeker dat Ostara werkelijk heeft bestaan, c.q. dat men in haar bestaan geloofde.
Eostrae bij Beda
De naam Ostara gaat terug op de etymologie van de maand april in het Oudengels door Beda in zijn De temporum ratione.
Hij schrijft dat deze maand genoemd was naar de godin Eostrae, die in vroegere tijd in Engeland aanbeden zou zijn.
Dit is tevens de enige oude vermelding van deze godin
Ostara bij Grimm
Vervolgens heeft Jacob Grimm het bestaan van een godin Ostara op het Europese vasteland verondersteld. Ze zou de godin van leven en vruchtbaarheid zijn geweest. Hij vond daarvoor een aanknopingspunt in de Vita Karoli Magni van Einhard, waar als door Karel de Grote verordonneerde naam voor april ostarmanoth wordt genoemd. Geen van de andere maandnamen verwijst daar echter naar een god of godin en het is niet duidelijk of oster- hier wel naar een godin verwijst.
De naam Eostre en de Duitse variant Ostara zijn waarschijnlijk afgeleid van het Oergermaanse woord voor het oosten.
Zowel de Duitse en Engelse benaming voor pasen, namelijk Ostern en Easter hebben dezelfde oorsprong
Grimm ging daarbij uit van de door de Angelsaksische monnik en kerkhistoricus Beda genoemde godin Eostre.
Het is echter allerminst zeker dat Ostara werkelijk heeft bestaan, c.q. dat men in haar bestaan geloofde.
Eostrae bij Beda
De naam Ostara gaat terug op de etymologie van de maand april in het Oudengels door Beda in zijn De temporum ratione.
Hij schrijft dat deze maand genoemd was naar de godin Eostrae, die in vroegere tijd in Engeland aanbeden zou zijn.
Dit is tevens de enige oude vermelding van deze godin
Ostara bij Grimm
Vervolgens heeft Jacob Grimm het bestaan van een godin Ostara op het Europese vasteland verondersteld. Ze zou de godin van leven en vruchtbaarheid zijn geweest. Hij vond daarvoor een aanknopingspunt in de Vita Karoli Magni van Einhard, waar als door Karel de Grote verordonneerde naam voor april ostarmanoth wordt genoemd. Geen van de andere maandnamen verwijst daar echter naar een god of godin en het is niet duidelijk of oster- hier wel naar een godin verwijst.
De naam Eostre en de Duitse variant Ostara zijn waarschijnlijk afgeleid van het Oergermaanse woord voor het oosten.
Zowel de Duitse en Engelse benaming voor pasen, namelijk Ostern en Easter hebben dezelfde oorsprong
Beltane
Beltane, Beltain, Beltaine of Bealtuinnis is een jaarlijks vruchtbaarheidsfeest ter ere van Belenos, de god van leven en dood.
Beltane staat in het teken van bloei en bevruchting. Het is de tegenhanger van Samhain, wanneer de winter wordt ingeluid
en dat voor dood en duisternis staat. Beltane staat dus voor licht en leven.
Historische vorm
Beltane wordt voor het eerst vermeld in de Sanas Chormaic, een verklarende woordenlijst voor Iers-Keltische begrippen, samengesteld door Cormac van Cashel, tevens koning van Munster, rond 900 n.C. Beltine staat er vermeld als “vuur van Bel”
(tine is het Gaelisch voor vuur).
Het is een kruiskwart dag, die het midden aangeeft tussen lente-equinox en zomersolstitium. Oorspronkelijk was het feest kennelijk een reinigingsritueel om vruchtbaarheid en bescherming te stimuleren , waarbij mensen en vee symbolisch tussen vuren werden geleid (beltene is "fel vuur" in het Oudiers) zodat hun ongerechtigheden zouden verdwijnen en de nieuwe groei een zuiver begin kon hebben,
vrij van zonde en ziekte.
De Keltische druïden legden die twee grote noodvuren aan op de heuvels ter evocatie van de zonnegod die moeder aarde bevrucht.
Het vee werd er eerst door gejaagd ter zuivering. En de mensen liepen er dan ook tussendoor.
In deze vorm is het eeuwen lang blijven voortbestaan.
Eduard Dwelly vermeldde in 1901 enkele bijzonderheden omtrent de feestdag in zijn Gaelisch woordenboek.
Als voorbereiding op de dag werd het turfvuur in de hutten gedoofd; wanneer het feest was aangebroken, ontstaken de druïden op de toppen van de heuvels een heilig vuur, waarmee de haarden opnieuw werden aangestoken. Het vee werd tussen de vuren gedreven, zodat het voor een jaar gezuiverd werd. Vervolgens kwamen de jonge inwoners van het dorp samen op de heide, waar ze zichzelf in een cirkel in het turf ingroeven. Ze bereidden er maaltijden op een vuur dat ze in de cirkel aanstaken, en vervolgens maakten ze een soort taart van havermout.
In de Keltische mythologie is het een magische dag waarop de grenzen tussen de normale werkelijkheid en de Andere Wereld vervagen en er dus allerlei wonderlijke dingen kunnen gebeuren. Anders dan tijdens Samhain, wanneer de doden toegang hebben tot het rijk der levenden, kunnen nu omgekeerd de levenden hun wereld verlaten en bijvoorbeeld het elfenrijk bezoeken. In veel verhalen brengt het groot ongeluk als sommige handelingen, zoals een huwelijksvoltrekking, in de periode tussen Samhain en Beltane worden uitgevoerd;
die moesten dan tot de lente worden uitgesteld: als ze te overhaast nét voor Samhain werden voltrokken, bracht dat ook weer ongeluk, zoals bij de beroemde legende van Branwen, die iets te snel Hoge Koning Matholwch van Ierland huwt, met rampzalige gevolgen.
De maand mei (Romeinse mensis Maius) was de maand van vruchtbaarheid en bloei bij uitstek. Vanaf de 13e eeuw werd met mei of meye een bloeiende tak aangeduid, die gebruikt werd in vruchtbaarheidsrituelen en om de levenskracht te stimuleren. Uitvoeren van bepaalde rituelen met meitak of meiboom werd meien genoemd. Na de kerstening is de maand mei de Mariamaand geworden. Vaak is Maria de beschermvrouw van het graan en de oogst. (In Frankrijk: Notre Dame de trois épis)
Hekeserij
Beltane wordt ook gevierd door heksen en aanhangers van de Keltische spiritualiteit, die er elementen van de Germaanse meiviering
aan hebben toegevoegd.
De heksen beweginging noemt het feest ook May Eve of meifeest. Tijdens dit Beltane wordt er door de leden van een coven of door alle deelnemers aan het meifeest een meikoningin gekozen die de aardse vorm van de Godin symboliseert.
Bijbehorende kleuren zijn dan lichtgroen, roze, wit, geel en andere lente en zomerkleuren. Wiccans en aanhangers van de Keltische spiritualiteit vieren dit feest door onder andere over Beltanevuren heen te springen, maar ook door bijvoorbeeld te zaaien en offers te brengen
Germaanse en Saksische tegenhanger
Bij de Germanen en Saksen wordt op hetzelfde moment het vruchtbare paar Wodan en Freya herdacht in wat later de Walpurgisnacht werd. De godin wordt vaak afgebeeld met drie graanhalmen, wat aan de oude cultus van Cybele appelleert. In de volksmythen overvlogen die nacht heksen van overal heuvels en bergen en kwamen tezamen om in gezelschap van saters en duivels de vruchtbaarheid te vieren.
Beltane staat in het teken van bloei en bevruchting. Het is de tegenhanger van Samhain, wanneer de winter wordt ingeluid
en dat voor dood en duisternis staat. Beltane staat dus voor licht en leven.
Historische vorm
Beltane wordt voor het eerst vermeld in de Sanas Chormaic, een verklarende woordenlijst voor Iers-Keltische begrippen, samengesteld door Cormac van Cashel, tevens koning van Munster, rond 900 n.C. Beltine staat er vermeld als “vuur van Bel”
(tine is het Gaelisch voor vuur).
Het is een kruiskwart dag, die het midden aangeeft tussen lente-equinox en zomersolstitium. Oorspronkelijk was het feest kennelijk een reinigingsritueel om vruchtbaarheid en bescherming te stimuleren , waarbij mensen en vee symbolisch tussen vuren werden geleid (beltene is "fel vuur" in het Oudiers) zodat hun ongerechtigheden zouden verdwijnen en de nieuwe groei een zuiver begin kon hebben,
vrij van zonde en ziekte.
De Keltische druïden legden die twee grote noodvuren aan op de heuvels ter evocatie van de zonnegod die moeder aarde bevrucht.
Het vee werd er eerst door gejaagd ter zuivering. En de mensen liepen er dan ook tussendoor.
In deze vorm is het eeuwen lang blijven voortbestaan.
Eduard Dwelly vermeldde in 1901 enkele bijzonderheden omtrent de feestdag in zijn Gaelisch woordenboek.
Als voorbereiding op de dag werd het turfvuur in de hutten gedoofd; wanneer het feest was aangebroken, ontstaken de druïden op de toppen van de heuvels een heilig vuur, waarmee de haarden opnieuw werden aangestoken. Het vee werd tussen de vuren gedreven, zodat het voor een jaar gezuiverd werd. Vervolgens kwamen de jonge inwoners van het dorp samen op de heide, waar ze zichzelf in een cirkel in het turf ingroeven. Ze bereidden er maaltijden op een vuur dat ze in de cirkel aanstaken, en vervolgens maakten ze een soort taart van havermout.
In de Keltische mythologie is het een magische dag waarop de grenzen tussen de normale werkelijkheid en de Andere Wereld vervagen en er dus allerlei wonderlijke dingen kunnen gebeuren. Anders dan tijdens Samhain, wanneer de doden toegang hebben tot het rijk der levenden, kunnen nu omgekeerd de levenden hun wereld verlaten en bijvoorbeeld het elfenrijk bezoeken. In veel verhalen brengt het groot ongeluk als sommige handelingen, zoals een huwelijksvoltrekking, in de periode tussen Samhain en Beltane worden uitgevoerd;
die moesten dan tot de lente worden uitgesteld: als ze te overhaast nét voor Samhain werden voltrokken, bracht dat ook weer ongeluk, zoals bij de beroemde legende van Branwen, die iets te snel Hoge Koning Matholwch van Ierland huwt, met rampzalige gevolgen.
De maand mei (Romeinse mensis Maius) was de maand van vruchtbaarheid en bloei bij uitstek. Vanaf de 13e eeuw werd met mei of meye een bloeiende tak aangeduid, die gebruikt werd in vruchtbaarheidsrituelen en om de levenskracht te stimuleren. Uitvoeren van bepaalde rituelen met meitak of meiboom werd meien genoemd. Na de kerstening is de maand mei de Mariamaand geworden. Vaak is Maria de beschermvrouw van het graan en de oogst. (In Frankrijk: Notre Dame de trois épis)
Hekeserij
Beltane wordt ook gevierd door heksen en aanhangers van de Keltische spiritualiteit, die er elementen van de Germaanse meiviering
aan hebben toegevoegd.
De heksen beweginging noemt het feest ook May Eve of meifeest. Tijdens dit Beltane wordt er door de leden van een coven of door alle deelnemers aan het meifeest een meikoningin gekozen die de aardse vorm van de Godin symboliseert.
Bijbehorende kleuren zijn dan lichtgroen, roze, wit, geel en andere lente en zomerkleuren. Wiccans en aanhangers van de Keltische spiritualiteit vieren dit feest door onder andere over Beltanevuren heen te springen, maar ook door bijvoorbeeld te zaaien en offers te brengen
Germaanse en Saksische tegenhanger
Bij de Germanen en Saksen wordt op hetzelfde moment het vruchtbare paar Wodan en Freya herdacht in wat later de Walpurgisnacht werd. De godin wordt vaak afgebeeld met drie graanhalmen, wat aan de oude cultus van Cybele appelleert. In de volksmythen overvlogen die nacht heksen van overal heuvels en bergen en kwamen tezamen om in gezelschap van saters en duivels de vruchtbaarheid te vieren.
Litha - Zonnewende
Zonnewende - Latijn: solstitium oftewel zonnestilstand - is de gebeurtenis waarbij de zon, vanaf de aarde gezien, de noordelijkste of zuidelijkste positie bereikt. Op aarde wordt deze positie gemarkeerd door de beide keerkringen.
Naarmate de zon zich schijnbaar beweegt in de richting van de noordelijke keerkring, worden de dagen op het noordelijk halfrond langer en op het zuidelijk halfrond juist korter. Wanneer de zon zich schijnbaar naar de zuidelijke keerkring beweegt, is dit andersom. De zonnewende is het moment waarop de zon precies boven de noorder- of Kreeftskeerkring dan wel zuider- of Steenbokskeerkring staat.
Het middelpunt tussen beide punten wordt bereikt als de zon precies loodrecht boven de evenaar staat. Er is dan sprake van een equinox of nachtevening. Dag en nacht zijn dan overal op aarde even lang.
Er kunnen een zomerwende en een winterwende worden onderscheiden. Op het noordelijk halfrond heten ze respectievelijk juniwende
en decemberwende, op het zuidelijk halfrond is dat andersom.
De wendes zijn overal op aarde op hetzelfde moment. We geven daarom het tijdstip in UTC.
De juniwende is op 21 juni, maar soms (in een schrikkeljaar) op 20 juni kort voor middernacht.
De decemberwende is op 21 december, maar in de een of twee jaren voorafgaande aan een schrikkeljaar op 22 december.
De zomerwende of midzomer (Latijn: solstitium aestivum) luidt het begin in van de zomer. De dag is dan het langst.
De winterwende of midwinter (Latijn: solstitium brumalis), luidt het begin van de winter in. De dag is dan het kortst.
Rond de winterwende komt de zon niet meer boven de horizon ten noorden van de noordpoolcirkel, respectievelijk ten zuiden van de zuidpoolcirkel. Hoe meer men richting de polen gaat, hoe meer dagen per jaar dit het geval is.
Folklore
Van een aantal schriftloze culturen weten we, dat men het verschijnsel van de zonnewende kende en mogelijk zeer van belang achtte (bijv. Stonehenge en het Goseck observatorium). Mogelijk vierde men ook toen al feesten tijdens beide gebeurtenissen. Deze feesten spelen in diverse moderne culturen nog steeds een rol.
Naarmate de zon zich schijnbaar beweegt in de richting van de noordelijke keerkring, worden de dagen op het noordelijk halfrond langer en op het zuidelijk halfrond juist korter. Wanneer de zon zich schijnbaar naar de zuidelijke keerkring beweegt, is dit andersom. De zonnewende is het moment waarop de zon precies boven de noorder- of Kreeftskeerkring dan wel zuider- of Steenbokskeerkring staat.
Het middelpunt tussen beide punten wordt bereikt als de zon precies loodrecht boven de evenaar staat. Er is dan sprake van een equinox of nachtevening. Dag en nacht zijn dan overal op aarde even lang.
Er kunnen een zomerwende en een winterwende worden onderscheiden. Op het noordelijk halfrond heten ze respectievelijk juniwende
en decemberwende, op het zuidelijk halfrond is dat andersom.
De wendes zijn overal op aarde op hetzelfde moment. We geven daarom het tijdstip in UTC.
De juniwende is op 21 juni, maar soms (in een schrikkeljaar) op 20 juni kort voor middernacht.
De decemberwende is op 21 december, maar in de een of twee jaren voorafgaande aan een schrikkeljaar op 22 december.
De zomerwende of midzomer (Latijn: solstitium aestivum) luidt het begin in van de zomer. De dag is dan het langst.
De winterwende of midwinter (Latijn: solstitium brumalis), luidt het begin van de winter in. De dag is dan het kortst.
Rond de winterwende komt de zon niet meer boven de horizon ten noorden van de noordpoolcirkel, respectievelijk ten zuiden van de zuidpoolcirkel. Hoe meer men richting de polen gaat, hoe meer dagen per jaar dit het geval is.
Folklore
Van een aantal schriftloze culturen weten we, dat men het verschijnsel van de zonnewende kende en mogelijk zeer van belang achtte (bijv. Stonehenge en het Goseck observatorium). Mogelijk vierde men ook toen al feesten tijdens beide gebeurtenissen. Deze feesten spelen in diverse moderne culturen nog steeds een rol.
Lughnasadh
Lughnasadh (Gallisch: Lugunassatis, Oudiers: Lúghnásádh of Lúghnása, Iers: Lúnasa, Schots-Gaelisch: Lùnasdal, Welsh: Calan Awst)
is een van de vier belangrijke festivals uit de pre-Keltische kalender, geassocieerd met de vruchtbaarheid van moeder aarde, en traditioneel gevierd tijdens de oogstperiode. Men viert de overvloed van de natuur en het begin van de herfst.
Het wordt ook vertaald als het huwelijk van Lugh en was aan deze lichtgod of zonnegod uit de Keltische mythologie toegewijd.
Het festival liep van 15 juli tot 15 augustus.
Behalve drie dagen van religieuze rituelen waren de vieringen ook een tijd van wedstrijden om kracht en handigheid.
In heel Europa vieren mensen deze feestdag met vuur en dans.
In modern Iers is Lúnasa de naam voor de maand augustus, in het Schots heet de maand Lùnasdal.
Een festival dat met Lughnasadh overeenstemt werd door de Galliërs gevierd tot circa de eerste eeuw. Het was ook de datum waarop
alle vertegenwoordigers uit Gallië bijeenkwamen aan het Condate-altaar in Gallo-Romeinse tijden.
Neopaganisme
In het Neopaganisme, is Lughnasadh een van de acht Sabbats of zonnefestivals in het jaarwiel. Het geldt als eerste van de drie herfstoogst festivals, (de andere twee zijn Mabon en Samhain). Dan wordt de God van het Graan herdacht. In zijn cyclus van stervend,
de mensen voeden, en wedergeboorte wordt het graan als een aspect van de Zonnegod gezien.
Neopaganisten gebruiken ook de naam Lammas. Deze werd overgenomen van de naam die na de kerstening aan het feest was gegeven.
Zoals de naam uit de Angelsaksische taal Haraldskvaedi "loaf-mass" ("loaves festival") impliceert, is het een dankfeest voor het brood,
als symbool voor de eerste vrucht van de oogst. Neopaganistische vieringen kunnen elementen van beide festivals hebben.
Lughnasadh wordt vaak als kruiskwartdag genoemd tussen zomersolstitium en de herfstequinox, het punt halfweg door het teken Leeuw op het noordelijk halfrond en Waterman op het zuidelijke.
Lughnasadh valt op de noordelijke hemisfeer samen met Imbolc op de zuidelijke. Als sabbat wordt het voorafgegaan door Midzomer en gevolgd door Mabon.
is een van de vier belangrijke festivals uit de pre-Keltische kalender, geassocieerd met de vruchtbaarheid van moeder aarde, en traditioneel gevierd tijdens de oogstperiode. Men viert de overvloed van de natuur en het begin van de herfst.
Het wordt ook vertaald als het huwelijk van Lugh en was aan deze lichtgod of zonnegod uit de Keltische mythologie toegewijd.
Het festival liep van 15 juli tot 15 augustus.
Behalve drie dagen van religieuze rituelen waren de vieringen ook een tijd van wedstrijden om kracht en handigheid.
In heel Europa vieren mensen deze feestdag met vuur en dans.
In modern Iers is Lúnasa de naam voor de maand augustus, in het Schots heet de maand Lùnasdal.
Een festival dat met Lughnasadh overeenstemt werd door de Galliërs gevierd tot circa de eerste eeuw. Het was ook de datum waarop
alle vertegenwoordigers uit Gallië bijeenkwamen aan het Condate-altaar in Gallo-Romeinse tijden.
Neopaganisme
In het Neopaganisme, is Lughnasadh een van de acht Sabbats of zonnefestivals in het jaarwiel. Het geldt als eerste van de drie herfstoogst festivals, (de andere twee zijn Mabon en Samhain). Dan wordt de God van het Graan herdacht. In zijn cyclus van stervend,
de mensen voeden, en wedergeboorte wordt het graan als een aspect van de Zonnegod gezien.
Neopaganisten gebruiken ook de naam Lammas. Deze werd overgenomen van de naam die na de kerstening aan het feest was gegeven.
Zoals de naam uit de Angelsaksische taal Haraldskvaedi "loaf-mass" ("loaves festival") impliceert, is het een dankfeest voor het brood,
als symbool voor de eerste vrucht van de oogst. Neopaganistische vieringen kunnen elementen van beide festivals hebben.
Lughnasadh wordt vaak als kruiskwartdag genoemd tussen zomersolstitium en de herfstequinox, het punt halfweg door het teken Leeuw op het noordelijk halfrond en Waterman op het zuidelijke.
Lughnasadh valt op de noordelijke hemisfeer samen met Imbolc op de zuidelijke. Als sabbat wordt het voorafgegaan door Midzomer en gevolgd door Mabon.
Mabon
Mabon is een van de vier 'kleinere' of minder belangrijke sabbats binnen de paganistische stromingen. Ze wordt gevierd als dag en nacht gelijk zijn (in evenwicht) tussen 20 en 23 september (de dag kan elk jaar wat verschillen).
De dag wordt in veel kringen gebruikt als een offerande en dankbode aan de goden voor een goede oogst (tegenwoordig is dit vaak niet meer de oogst van het land, maar de oogst in werk, liefde, geluk, enz.) en een vruchtbaar jaar. Er werd in vroegere tijden gevraagd of de goden de bescherming konden bieden voor de wintermaanden, tegenwoordig vragen mensen dit op een iets andere manier, maar het gebruik is nog steeds in ere.
De naam Mabon is vrij recent. In oude (Keltische) tijden werd de maand september wel als heilig gezien, maar niet als Mabon gevierd.
De naam Mabon werd gekozen om het 'Keltische gevoel' te laten terugkeren bij het evenement. Het is wel zo dat veel Europese paganisten er voor kiezen om Mabon niet te vieren, als afzetting tegen de Amerikaanse markt, waar dit een steeds groter evenement wordt, ook buiten de Paganistische groeperingen.
De dag wordt in veel kringen gebruikt als een offerande en dankbode aan de goden voor een goede oogst (tegenwoordig is dit vaak niet meer de oogst van het land, maar de oogst in werk, liefde, geluk, enz.) en een vruchtbaar jaar. Er werd in vroegere tijden gevraagd of de goden de bescherming konden bieden voor de wintermaanden, tegenwoordig vragen mensen dit op een iets andere manier, maar het gebruik is nog steeds in ere.
De naam Mabon is vrij recent. In oude (Keltische) tijden werd de maand september wel als heilig gezien, maar niet als Mabon gevierd.
De naam Mabon werd gekozen om het 'Keltische gevoel' te laten terugkeren bij het evenement. Het is wel zo dat veel Europese paganisten er voor kiezen om Mabon niet te vieren, als afzetting tegen de Amerikaanse markt, waar dit een steeds groter evenement wordt, ook buiten de Paganistische groeperingen.
Samhain
Samhain is het Keltische nieuwjaarfeest en men vierde de overgang van de zomerperiode naar het begin van de winter.
Voor de Kelten begon alles vanuit het donker. “De Kelten rekenen in nachten en in winters” schreef Julius Caesar. Ze lieten hun dagen beginnen na zonsondergang en hun winter startte met Samhain, het begin van een nieuw jaar.
Volgens de diverse mythen kwamen in deze nacht de werelden van de goden en van het materiële bestaan het dichtst bij elkaar, zodat een overgang tussen beide dan gemakkelijk mogelijk was.
Het gebruik van Halloween, dat is komen overwaaien vanuit de Verenigde Staten, zou hieraan herinneren. De Cailleach die van aanvankelijke moedergodin tot vruchtbaarheidsgodin werd, keerde volgens een legende met Samhain terug om als koningin van de winter te heersen.
Betekenis en inhoud
Naamherkomst
De naam Samhain is het Ierse en Schots-Gaelische woord voor de maand november. In Wales werd dit feest Calan Gaeaf genoemd en
dit betekent "eerste winterdag" of "vooravond van de winter".
Op een Gallische kalender, gevonden bij Coligny en vermoedelijk uit de eerste eeuw na Christus, wordt het feest Samainos genoemd.
Laatste oogst
Het was het laatste oogstfeest. De laatste verse producten werden bijeen gesprokkeld en dieren die de winter niet konden doorkomen werden geslacht en het vlees ervan werd ingezouten
Een nieuw begin
Voor de Kelten was dit ook het begin van het nieuwe jaar. Het feest houdt verband met de seizoenswissel en de cyclus van het leven. Tijdens deze periode kan de aarde zich voorbereiden op een nieuw begin. Daarom is het ook geschikt om dan voor het eigen leven terug te blikken op het verleden, oude dingen los te laten en voorbereidingen te treffen
Onderdeel van een cyclus
De Kelten zagen overal de transformatie in en geloofden in reïncarnatie. De donkere mythische schoot waaruit alle leven ontstaat en weer toe terugkeert werd door hen voorgesteld als een eeuwige ketel: de Ketel van Dood en Wedergeboorte
Elfen en natuurgeesten
Volgens diverse mythen vervaagde met samhain de grens met het Elfenrijk. Daarom werd er eten voor de deur gezet voor de elfen en andere natuurgeesten. Daarnaast was men ervan overtuigd dat elfen tijdens Samhain steekspelen organiseerden. Als bewijs hiervan
vond men de volgende ochtend plasjes elfenbloed op de rotsen. Dit was eigenlijk geen bloed. Het ging hier om een soort mos dat na
de eerste vorst rood kleurde. Als het dooide liet dit een rode vloeistof los die men aanzag voor elfenbloed
Christelijke sagen
Sint-Hubertus is een heilige die met Samhain in verband kan worden gebracht.
In de legendes wordt verteld over een edelman, genaamd Hubertus, die een enorm hert achtervolgde. Op het moment dat hij zich klaarmaakte om het hert te doden verscheen er een lichtgevend kruis tussen de hoorns van zijn gewei en hoorde hij een stem uit de hemel die vroeg: "waarom achtervolgt u mij?". Hubertus was hierdoor zo onder de indruk dat hij zich direct liet dopen en hierbij patroonheilige werd van de jacht. In Oirschot en Brussel wordt tegenwoordig op 3 november nog een Hubertuswijding verricht waarbij
er speciaal gebakken broden worden gezegend door de geestelijkheid en vervolgens aan de jachthonden worden gevoerd.
Ook Sint-Maarten wordt met dit feest in verband gebracht. Zijn feest valt nu op 11 november maar volgens oude kalenders was dit vroeger op 1 november. Kinderen gingen rond met een rommelpot terwijl ze rijmpjes brachten en lekkernijen ophaalden.
Volgens verschillende bronnen werd Samhain in 998 door de abt van Cluny gekerstend en kreeg het toen de naam Allerheiligen. Andere bronnen daarentegen beweren dat paus Gregorius IV het feest Allerheiligen reeds in 835 heeft ingevoerd.
Halloween
In de Verenigde Staten wordt Halloween gevierd. Er staat dan een pompoen voor elk huis met een lichtje er in. Kinderen verkleden zich en trekken massaal de straat op om snoep te verzamelen. Ierse immigranten hebben deze tradities, in een andere vorm, meegenomen naar Amerika waar het inmiddels een zeer groot en bekend feest is geworden. Op de Britse eilanden noemde men deze traditie "Hogmanay".
Jack-o'-lantern
Er zijn meerdere herkomsten die de ronde doen over de Jack-o'-lantern en die de naam van de bekende uitgeholde pompoen verklaren.
Een Iers verhaal vertelt over een man Jack, die rondzwierf door de koude nachten omdat hij niet in de hemel en niet in de hel mocht komen. Om zijn wegen te verlichten had hij een kooltje uit het vagevuur in zijn bezit, maar dit was te heet om vast te houden, dus stopte hij het in een uitgeholde raap die eigenlijk als voedsel moest dienen en hij maakte er een lantaarntje van.
Het lichtje dat in de pompoen brandt zou een symbool zijn voor het lichtje van het leven dat achter de dood schijnt. Men zegt dat een flikkerende kaarsvlam in een pompoen een teken zou zijn dat een overleden voorouder of een geest de vlam aanraakt.
Paganisten
Veel aanhangers van hekserij en Neopaganisme vieren samhain als één van de feesten van hun jaarwiel.
Dodenherdenking
Samhain is voor paganisten als tegenhanger van Beltain ook een feest ter verering van de doden. Zij geloven dat de sluier tussen de wereld van de levenden en de wereld van de doden dan het dunst is. Op deze dag wordt er door velen een maaltijd georganiseerd en worden er extra borden bijgezet voor de overledenen met diens lievelingsmaaltijd. Voor het raam worden kaarsen geplaatst zodat hun dierbaren de weg naar huis kunnen vinden. Het wordt beschouwd als het moment waarop Lugh (de zonnegod aan wie tijdens Lughnasadh geofferd word) aankomt in het dodenrijk.
Voor de Kelten begon alles vanuit het donker. “De Kelten rekenen in nachten en in winters” schreef Julius Caesar. Ze lieten hun dagen beginnen na zonsondergang en hun winter startte met Samhain, het begin van een nieuw jaar.
Volgens de diverse mythen kwamen in deze nacht de werelden van de goden en van het materiële bestaan het dichtst bij elkaar, zodat een overgang tussen beide dan gemakkelijk mogelijk was.
Het gebruik van Halloween, dat is komen overwaaien vanuit de Verenigde Staten, zou hieraan herinneren. De Cailleach die van aanvankelijke moedergodin tot vruchtbaarheidsgodin werd, keerde volgens een legende met Samhain terug om als koningin van de winter te heersen.
Betekenis en inhoud
Naamherkomst
De naam Samhain is het Ierse en Schots-Gaelische woord voor de maand november. In Wales werd dit feest Calan Gaeaf genoemd en
dit betekent "eerste winterdag" of "vooravond van de winter".
Op een Gallische kalender, gevonden bij Coligny en vermoedelijk uit de eerste eeuw na Christus, wordt het feest Samainos genoemd.
Laatste oogst
Het was het laatste oogstfeest. De laatste verse producten werden bijeen gesprokkeld en dieren die de winter niet konden doorkomen werden geslacht en het vlees ervan werd ingezouten
Een nieuw begin
Voor de Kelten was dit ook het begin van het nieuwe jaar. Het feest houdt verband met de seizoenswissel en de cyclus van het leven. Tijdens deze periode kan de aarde zich voorbereiden op een nieuw begin. Daarom is het ook geschikt om dan voor het eigen leven terug te blikken op het verleden, oude dingen los te laten en voorbereidingen te treffen
Onderdeel van een cyclus
De Kelten zagen overal de transformatie in en geloofden in reïncarnatie. De donkere mythische schoot waaruit alle leven ontstaat en weer toe terugkeert werd door hen voorgesteld als een eeuwige ketel: de Ketel van Dood en Wedergeboorte
Elfen en natuurgeesten
Volgens diverse mythen vervaagde met samhain de grens met het Elfenrijk. Daarom werd er eten voor de deur gezet voor de elfen en andere natuurgeesten. Daarnaast was men ervan overtuigd dat elfen tijdens Samhain steekspelen organiseerden. Als bewijs hiervan
vond men de volgende ochtend plasjes elfenbloed op de rotsen. Dit was eigenlijk geen bloed. Het ging hier om een soort mos dat na
de eerste vorst rood kleurde. Als het dooide liet dit een rode vloeistof los die men aanzag voor elfenbloed
Christelijke sagen
Sint-Hubertus is een heilige die met Samhain in verband kan worden gebracht.
In de legendes wordt verteld over een edelman, genaamd Hubertus, die een enorm hert achtervolgde. Op het moment dat hij zich klaarmaakte om het hert te doden verscheen er een lichtgevend kruis tussen de hoorns van zijn gewei en hoorde hij een stem uit de hemel die vroeg: "waarom achtervolgt u mij?". Hubertus was hierdoor zo onder de indruk dat hij zich direct liet dopen en hierbij patroonheilige werd van de jacht. In Oirschot en Brussel wordt tegenwoordig op 3 november nog een Hubertuswijding verricht waarbij
er speciaal gebakken broden worden gezegend door de geestelijkheid en vervolgens aan de jachthonden worden gevoerd.
Ook Sint-Maarten wordt met dit feest in verband gebracht. Zijn feest valt nu op 11 november maar volgens oude kalenders was dit vroeger op 1 november. Kinderen gingen rond met een rommelpot terwijl ze rijmpjes brachten en lekkernijen ophaalden.
Volgens verschillende bronnen werd Samhain in 998 door de abt van Cluny gekerstend en kreeg het toen de naam Allerheiligen. Andere bronnen daarentegen beweren dat paus Gregorius IV het feest Allerheiligen reeds in 835 heeft ingevoerd.
Halloween
In de Verenigde Staten wordt Halloween gevierd. Er staat dan een pompoen voor elk huis met een lichtje er in. Kinderen verkleden zich en trekken massaal de straat op om snoep te verzamelen. Ierse immigranten hebben deze tradities, in een andere vorm, meegenomen naar Amerika waar het inmiddels een zeer groot en bekend feest is geworden. Op de Britse eilanden noemde men deze traditie "Hogmanay".
Jack-o'-lantern
Er zijn meerdere herkomsten die de ronde doen over de Jack-o'-lantern en die de naam van de bekende uitgeholde pompoen verklaren.
Een Iers verhaal vertelt over een man Jack, die rondzwierf door de koude nachten omdat hij niet in de hemel en niet in de hel mocht komen. Om zijn wegen te verlichten had hij een kooltje uit het vagevuur in zijn bezit, maar dit was te heet om vast te houden, dus stopte hij het in een uitgeholde raap die eigenlijk als voedsel moest dienen en hij maakte er een lantaarntje van.
Het lichtje dat in de pompoen brandt zou een symbool zijn voor het lichtje van het leven dat achter de dood schijnt. Men zegt dat een flikkerende kaarsvlam in een pompoen een teken zou zijn dat een overleden voorouder of een geest de vlam aanraakt.
Paganisten
Veel aanhangers van hekserij en Neopaganisme vieren samhain als één van de feesten van hun jaarwiel.
Dodenherdenking
Samhain is voor paganisten als tegenhanger van Beltain ook een feest ter verering van de doden. Zij geloven dat de sluier tussen de wereld van de levenden en de wereld van de doden dan het dunst is. Op deze dag wordt er door velen een maaltijd georganiseerd en worden er extra borden bijgezet voor de overledenen met diens lievelingsmaaltijd. Voor het raam worden kaarsen geplaatst zodat hun dierbaren de weg naar huis kunnen vinden. Het wordt beschouwd als het moment waarop Lugh (de zonnegod aan wie tijdens Lughnasadh geofferd word) aankomt in het dodenrijk.
Yule - Joelfeest
Yule was het Germaanse zonnewendefeest. Het duurde twaalf dagen, waarvan de kortste dag van het jaar, in de huidige kalenderrekening 21 december, de belangrijkste was. Men ontstak Joelvuren.
Herkomst van het Joelfeest
Het Haraldskvaedi dat rond 900 is ontstaan, is het enige skaldendicht van voor 1100 waarin het Joelfeest wordt genoemd. De dichter stelt het Joelfeest dat op het land werd gevierd er tegenover het "Joeldrinken" van de zeekrijgers. In stanza 6 van dit lied luidt het aldus:
De koning wil het Joel buiten (op zee) drinken en het Spel van Freyr beginnen.
De uitdrukking Joeldrinken duidt erop dat het drinken een wezenlijk bestanddeel van het feest vormde, hetgeen op een beneveling wijst, die inherent was aan meer oude cultussen (waaronder niet het minst de Dionysuscultus). De dichter vermeldt in dit verband ook Freys leikr, "Het Spel van Freyr", zonder verdere toelichting. Freyr was een vruchtbaarheidsgodheid. Men kan er dus in elk geval van uitgaan dat het feest met vroegere vruchtbaarheidsriten gepaard ging die inherent waren aan de Freyrcultus, waar ook latere bronnen over berichten.
Ook in de Sagen omtrent voorgeslachten is hier en daar sprake van Joel. De offerrituelen die door Snorri Sturluson en anderen worden afgeschilderd worden niet als authentiek beschouwd. Men houdt ze vandaag de dag eerder voor literaire constructies. Maar de gelofte die men met een hand op een everzwijn aflegde dat daarna dan aan Freyr werd geofferd, schijnt wel een voorchristelijk element te zijn,
ook al is de overlevering ervan relatief laat in de tijd tot ons gekomen.
Etymologie
De meeste verklaringen voor de herkomst van het woord worden betwist. Zo is er een populaire verklaring van de herkomst van het Oudnoordse hjol wiel, waarmee het moment zou worden aangegeven waarop het zonnewiel op zijn laagste punt is en dus klaar om weer te gaan klimmen.
Bepaalde linguïsten menen dat Jol vanuit een pre-Indo-Europese moedertaal in de Germaanse talen is gekomen en verder als leenwoord uit het Oudnoords, ofwel rechtstreeks vanuit het Proto-Germaans komt. Dat zou de helft van het woord Noël verklaren.
Een waarschijnlijker oorsprong kan worden gevonden in het woord "geol", geel. Men ziet een evolutie van dat woord in alle Germaanse en Scandinavische landen en talen: Duits "gelb", Noors "gul", Deens "gul", Nederlands "geel", Zweeds "gul", Fries "giel", zelfs het Italiaanse "giallo", Litouws "geltonas" en Roemeens "galben". Het Oudengelse Geol werd het Middenengelse "Yole" en tenslotte het moderne Yule, terwijl het woord geol of geolu evolueerde tot yellow. Al deze termen zouden dan van de Indo-Europese wortel "ghel-" komen, wat "schijnen" betekent. Het weer langer gaan schijnen van de zon, het geel opglinsteren van de zon in de sneeuw zouden aan de basis liggen van de uitdrukking.
Herkomst van het Joelfeest
Het Haraldskvaedi dat rond 900 is ontstaan, is het enige skaldendicht van voor 1100 waarin het Joelfeest wordt genoemd. De dichter stelt het Joelfeest dat op het land werd gevierd er tegenover het "Joeldrinken" van de zeekrijgers. In stanza 6 van dit lied luidt het aldus:
De koning wil het Joel buiten (op zee) drinken en het Spel van Freyr beginnen.
De uitdrukking Joeldrinken duidt erop dat het drinken een wezenlijk bestanddeel van het feest vormde, hetgeen op een beneveling wijst, die inherent was aan meer oude cultussen (waaronder niet het minst de Dionysuscultus). De dichter vermeldt in dit verband ook Freys leikr, "Het Spel van Freyr", zonder verdere toelichting. Freyr was een vruchtbaarheidsgodheid. Men kan er dus in elk geval van uitgaan dat het feest met vroegere vruchtbaarheidsriten gepaard ging die inherent waren aan de Freyrcultus, waar ook latere bronnen over berichten.
Ook in de Sagen omtrent voorgeslachten is hier en daar sprake van Joel. De offerrituelen die door Snorri Sturluson en anderen worden afgeschilderd worden niet als authentiek beschouwd. Men houdt ze vandaag de dag eerder voor literaire constructies. Maar de gelofte die men met een hand op een everzwijn aflegde dat daarna dan aan Freyr werd geofferd, schijnt wel een voorchristelijk element te zijn,
ook al is de overlevering ervan relatief laat in de tijd tot ons gekomen.
Etymologie
De meeste verklaringen voor de herkomst van het woord worden betwist. Zo is er een populaire verklaring van de herkomst van het Oudnoordse hjol wiel, waarmee het moment zou worden aangegeven waarop het zonnewiel op zijn laagste punt is en dus klaar om weer te gaan klimmen.
Bepaalde linguïsten menen dat Jol vanuit een pre-Indo-Europese moedertaal in de Germaanse talen is gekomen en verder als leenwoord uit het Oudnoords, ofwel rechtstreeks vanuit het Proto-Germaans komt. Dat zou de helft van het woord Noël verklaren.
Een waarschijnlijker oorsprong kan worden gevonden in het woord "geol", geel. Men ziet een evolutie van dat woord in alle Germaanse en Scandinavische landen en talen: Duits "gelb", Noors "gul", Deens "gul", Nederlands "geel", Zweeds "gul", Fries "giel", zelfs het Italiaanse "giallo", Litouws "geltonas" en Roemeens "galben". Het Oudengelse Geol werd het Middenengelse "Yole" en tenslotte het moderne Yule, terwijl het woord geol of geolu evolueerde tot yellow. Al deze termen zouden dan van de Indo-Europese wortel "ghel-" komen, wat "schijnen" betekent. Het weer langer gaan schijnen van de zon, het geel opglinsteren van de zon in de sneeuw zouden aan de basis liggen van de uitdrukking.